Berging wrak containerkraan
Fase 1
Gedurende een vaart van de Amsterdamse containerterminal Ceres naar de Rotterdamse containerterminal Uniport, viel een containerkraan van een aak. De twee andere kranen die de aak vervoerde, bereikten wel veilig hun bestemming.
DUC Marinegroup verkreeg als onderdeel van een Joint Venture de opdracht om de kraan te bergen. De gezonken kraan bevond zich op 19 meter diepte in de drukbevaren Noordzee. De originele afmetingen van de kraan waren 55m hoog bij 33m breed. Nadat DUC’s duikers de eerste inspecties hadden uitgevoerd, werd het duidelijk dat de structuur volledig in elkaar was gestort tot een grote ‘stalen spaghetti’.
In plaats van een drijvende bok in te zetten, besloot DUC Marine om met gecontroleerde explosieven de beschadigde onderdelen in kleinere stukken op te delen, tot 40 stukken van ieder 10 ton. Die objecten werden vervolgens aan boord van twee schepen gehesen. Deze twee vaartuigen, volledig beladen met metalen restmaterialen, voeren vervolgens naar IJmuiden. Daar werden de resten opgeslagen voor inspectie door de verzekeraar.
Aangezien de kraan gezonken was in een ‘Natura 2000’ beschermd gebied heeft DUC voorafgaand aan de operatie een plan opgesteld en ingediend ter bescherming van flora en fauna. In dat plan waren ook maatregelen opgenomen om de schok- en geluidseffecten van de explosieven zodanig te beperken dat het milieu er geen schade van zou ondervinden.
Fase 2
Nadat de eerste fase was afgerond, lagen er nog aantal overblijfselen van de kraan op de zeebodem. De Nederlandse autoriteiten vergunden DUC Marine ook deze opdracht om de overblijfselen volledig op te ruimen. Nadat duikers de zeebodem volledig geïnspecteerd hadden, werden alle laatste resten en puin opgeruimd. Als laastste stap werd er met onderwater magnetometer gezocht naar metalen puin onder het zand. Dit puin werd met een airlift bovengebracht. Het werk werd uitgevoerd met DUC’s eigen schepen m/v REIGER en m/v RAM.